Wat is een ritnaald

Ritnaalden of koperwormen zijn de larven van de kniptor (keverfamilie Elateridae). Ze leven ondergronds waar ze zich voeden met de ondergrondse delen van diverse planten. De soorten die in Vlaanderen schade aanrichten aan gewassen, ontwikkelen gedurende drie tot vijf jaar in de bodem, bij voorkeur in grasland en vochtige, vaste gronden. Tijdens deze meerjarige groeifase kunnen ze aardappel, ui, gras, klaver, graangewassen, maïs, biet, sla, kool, witloof, wortel en andere groenten aantasten.
Na de larvenperiode verpopt de ritnaald in de zomer. Tijdens de winter of in het volgend voorjaar verschijnen terug nieuwe kevers. De volwassen kniptorren leven slechts enkele maanden bovengronds. Gedurende deze periode paren ze en leggen de vrouwtjes eitjes af.

LEVENSCYCLUS: VAN EI TOT VOLWASSEN KNIPTOR (voor de soorten Agriotes lineatus, A. obscurus en A. sputator)
In het veld zijn op hetzelfde moment altijd larven van verschillende stadia aanwezig.

Welke ritnaalden zijn schadelijk?
Er zijn ongeveer zeventig inheemse kniptorsoorten bekend. Enkel de larven van drie soorten, meer bepaald Agriotes lineatus, Agriotes obscurus en Agriotes sputator, zijn schadelijk voor de landbouw in Vlaanderen.

Agriotes lineatus
Agriotes obscurus
Agriotes sputator
Bron: http://www.coleoptera.org.uk

Hoe kan je schadelijke ritnaalden onderscheiden?
Ritnaalden zijn geelbruine tot koperkleurige larven van 1 tot 25 millimeter. Ze hebben een slank, langwerpig, cilindrisch of ietwat afgeplat, hard lichaam. De larven vertonen gelijkenissen met de meelworm, maar onderscheiden zich door een afbuigend uitsteeksel (schijnpoot) op het laatste segment van hun lijf.

De schadelijke soorten die in Vlaanderen voorkomen kan je herkennen aan het kegelvormige, spitse uiteinde met twee donkere vlekjes op.
Wanneer kan je schade verwachten?
In het voor- en het najaar worden de ritnaalden actief. Dan komen de larven naar de bovenlaag om zich te voeden, waardoor ze vraatschade veroorzaken. De precieze periodes waarin ze actief zijn, zijn afhankelijk van de weersomstandigheden. Ritnaalden hebben een vochtige en warme bodem nodig om zich te voeden.
MIGRATIEPATROON VAN RITNAALDEN IN DE BODEM

Hoe kan je schade herkennen?
VOORJAAR
In het voorjaar tasten de ritnaalden het ondergrondse deel van de stengels aan, waardoor jonge planten verwelken. Bij zaailingen van maïs, witloof en biet zal je bijvoorbeeld een doorboring zien ter hoogte van de stengelbasis. Door die schade kunnen de jonge planten vervormen en sterven. Bij witloof heeft het wegvallen van gewassen nog een bijkomend nadeel: de overgebleven wortels krijgen meer ruimte, waardoor ze vaak te dik worden. Zo worden ook de overgebleven planten waardeloos.
NAJAAR
In het najaar vreten de ritnaalden gangen in knol- en wortelgewassen, zoals aardappelen, wortelen en bieten. De gangen hebben doorgaans een doorsnede van drie millimeter. De larven laten er hun uitwerpselen achter, die op termijn een donkerbruine kleur krijgen en zo zorgen voor grote kwaliteitsen opbrengstverliezen. Ritnaalden boren in de herfst ook witloofwortels en maïs aan. Maar als de wortels voldoende groot zijn, dan is de economische schade in die teelten minder groot.

Tip: Zie je een rij plantjes verwelken? Graaf dan enkele plantjes uit om na te gaan of ritnaalden de schade veroorzaken.
Witloof
Aardappel
Mais